Woningaanpassingen zoals een traplift vallen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente voert deze wet uit. De gemeente mag een traplift niet weigeren puur omdat lichamelijke beperkingen op basis van uw leeftijd voorzienbaar zou zijn. Dat is voor iedereen anders.
Weigeren van een woningaanpassing mag bijvoorbeeld wel als u onlangs met uw fysieke klachten bent verhuisd naar een woning waar u de trap op moet om de slaap- en badkamer te bereiken. U bent dan naar een ongeschikte woning verhuisd. Bij een verhuizing bent u zelf verantwoordelijk om rekening te houden met voor u passende huisvesting.
Een traplift kan ook geweigerd worden als het huis daarvoor ongeschikt is.
De gemeente kan in het gesprek vooraf nagaan of de persoon het niet beter zelf kan betalen en wijzen op de hoogte van de eigen bijdrage zodat de aanvrager een goede afweging kan maken.
De gemeente mag niemand afwijzen op grond van het feit dat men de voorziening zelf kan betalen. Dat betekent niet automatisch dat u de traplift of andere woningaanpassingen krijgt.
De gemeente kan namelijk kiezen voor de ‘goedkoopst adequate voorziening’ om de kosten te beperken zoals verhuizen naar een geschikte woning als dit goedkoper is. Vaak komt u dan wel in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding en hulp bij het vinden van een geschikte woning.
Bij het nemen van een beslissing moet de gemeente een zorgvuldige afweging maken.
Tegen een beslissing van de gemeente, zoals het weigeren van een aangevraagde woningaanpassing, kunt u bezwaar maken, uiterlijk binnen 6 weken na de beslissing. De gemeente zal haar besluit dan opnieuw overwegen. Tegen de beslissing van de gemeente op uw bezwaarschrift kunt u in beroep gaan bij de rechtbank.
Uit publicatie van de Woonbond